Grote Kerk De Rijp brand

Dit repro schilderij van Egbert van der Poel is te bewonderen in Museum In 't Houten Huis aan de Tuingracht in De Rijp.

 

In de nacht van 6 op 7 januari 1654 werd De Rijp opgeschrikt door een uitslaande brand, die uiteindelijk een heel groot deel van het dorp in de as zou leggen; 660 gebouwen gingen in vlammen op. Ook de toren en het dak van de Grote Kerk gingen verloren. Met grote voortvarendheid werd het herstel van de kerk aangepakt en al het volgende jaar kon die weer in gebruik worden genomen.

De brand

In 1654 waren de huizen in De Rijp over het algemeen van hout en riet, klein en tegen elkaar aangebouwd. Tevens stonden er gewone watermolens en een aantal windmolens waarmee met behulp van stampers de hennep werd geklopt. Een van die hennep-kloppers lag aan de zuidwest kant van het dorp. In de nacht van 6 januari 1654 stak er een zware storm op, waardoor verscheidene molens en met name de bewuste hennep-klopper door de rem braken. Om half elf 's avonds was de molen zo warm gelopen, dat er brand ontstond.

In de molen lagen veel bundels hennep, die in brand vlogen. Het riet en de hennep werden met de sterke zuidwester storm als fakkels naar de huizen aan het Zuideinde geworpen. Na een korte tijd ontstond er een brand die nagenoeg geheel De Rijp plat brandde. De bewoners van de minder bedreigde buurten trachtten de statige kerk en het pas 24 jaar oude raadhuis te behouden. Dit is met het raadhuis gelukt, maar de kerk werd door de brand verwoest.

 

Wederopbouw van de kerk

De herbouw van de kerk werd voortvarend ter hand genomen. Het werd toegestaan dat in andere plaatsen in Noord-Holland gecollecteerd werd ten bate van De Rijp. Ter gelegenheid van de herbouw van de kerk hebben elf Noord-Hollandse gemeenten in 1654 een gebrandschilderd raam geschonken, waardoor de Grote Kerk van De Rijp op dit moment in het bezit is van één van de rijkste collecties op dit gebied in ons land.

 

Het huidig gebruik van de Grote Kerk

De Grote Kerk is, naast het karakteristieke raadhuis, een markant herkenningspunt in het silhouet van De Rijp. Het gebouw wordt naast kerkdiensten intensief gebruikt voor culturele manifestaties en vinden er concerten, orgelconcerten en uitvoeringen van operette en musicals plaats. Ook tijdens de Midwinterfeesten in december vinden er in de Grote Kerk optredens plaats van koren en zanggroepen.
In de zomermaanden wordt het gebouw bezocht door duizenden toeristen, die vooral geïnteresseerd zijn in de unieke collectie gebrandschilderde ramen.
In de kerk is ook het graf van de reder Jan Boon te zien. Hij was de laatste Nederlander die begraven mocht worden in een kerk. Koning Willem II verleende hiervoor bijzondere ontheffing, aangezien de wet sinds 1830 het begraven in kerken verbood.

Kortom, de Grote Kerk is een belangrijk stuk cultureel erfgoed.

Let op! Deze site maakt gebruik van cookies.

Verander je browsersettings of ga er anders mee akkoord. Lees meer

Akkoord